De wereld over 10.000 jaar
National Geographic Nederland/België
Het populairwetenschappelijke blad ‘National Geographic’ verscheen voor het eerst in 1888. Enkele maanden eerder was de ‘National Geographic Society’ opgericht met als doelstelling ‘vergroting en verspreiding van geografische kennis’. Ondertussen groeide de Society uit tot de grootste wetenschappelijke non-profitorganisatie ter wereld. De organisatie maakt ook documentaires die via het televisiekanaal ‘National Geographic Channel’ worden verspreid. In 1995 verscheen de eerste niet-Engelstalige versie in Japan. Tien jaar geleden zag de Nederlandse versie het daglicht. De Nederlandse versie was de vijftiende niet-Engelstalige. Het tijdschrift heeft nu dertig regionale edities en telt veertig miljoen lezers.
Om tien jaar Nederlandse editie te vieren, was het oktobernummer van 2010 een extra dik feestnummer. Rode draad: wat maakt uw wereld groter? Een aantal bekende Nederlanders en Vlamingen geven hun mening over ‘Hoe zal de wereld er over tienduizend jaar uitzien?’ Hier zijn hun antwoorden.
‘We moeten minder egoïstisch en egocentrisch handelen’ Neelie Kroes
Als eerste komt Neelie Kroes (1941) aan het woord. Neelie Kroes is vicevoorzitter van de Europese Commissie en Eurocommissaris Digitale Agenda.
‘Het is moeilijk in de toekomst te kijken, tienduizend jaar is wel erg ver weg. Het is in elk geval wel duidelijk dat de huidige generaties verplicht zijn zorgvuldiger met onze planeet om te gaan dan tot nog toe het geval is geweest, wil de kans reëel zijn dat er over zo veel eeuwen nog menselijk leven op aarde mogelijk is.’ (Pagina 112)
‘Je hebt avonturiers nodig om te inspireren’ Wilco van Rooijen
Beroepsavonturier Wilco van Rooijen (1967) beklom de Mount Everest zonder extra zuurstof. In ‘Overleven op de K2’ beschrijft hij zijn overlevingstocht op de K2, de tweede hoogste berg op aarde.
‘Dat is afhankelijk van welke keuzen we nu maken. Ik heb het idee dat mensen duurzamer willen gaan leven. Als cradle-to-cradle, een biologische manier van produceren waarbij het afval kan worden hergebruikt, meer blijkt te zijn dan een hype en ook het bedrijfsleven bereid is duurzaamheid serieus te nemen, dan zouden we er over honderd jaar beter voor kunnen staan dan ooit. Maar aan de andere kant: we berokkenen de natuur nu zo veel schade – denk aan de ongebreidelde houtkap en de plastic soup, de enorme concentraties plasticafval in de oceanen. Dit soort schade lijkt onherstelbaar. Ik ben een optimist: ik geloof dat de mens uiteindelijk in staat zal zijn ook deze problemen op te lossen – maar dan moeten we daar wel duidelijk voor kiezen.’ (pagina 113)
‘Wat de mensheid bijzonder maakt, is dat zij leert van haar fouten’ Louise O. Fresco
Landbouwwetenschapster en schrijfster Louise Frisco (1952) werkte voor de FAO en is sinds 2006 hoogleraar duurzame ontwikkeling.
‘Ik ben optimistisch over de ontwikkeling op lange termijn. Wat de mensheid bijzonder maakt, is dat zij leert van haar fouten. Kijk eens naar wat wij de afgelopen 25 jaar over duurzaamheid hebben geleerd. In de toekomst zal er een nog nauwere band ontstaan tussen mens en technologie. Bovendien, en dat realiseren velen zich niet, krimpt de wereldbevolking op den duur: naarmate mensen rijker en hoger opgeleid zijn, daalt het aantal nakomelingen sterk. Het is belangrijk dat nu het besef groeit dat dingen anders moeten zijn en dat de landen van de wereld met elkaar in gesprek zijn. Het gaat allemaal niet zo snel, maar er is geen land meer, zelfs Noord-Korea niet, dat ontkent dat ons huidige handelen de planeet ernstige schade berokkent.’ (pagina 134)
‘Antarctica is de barometer van de klimaatsverandering’ Dixie Dansercoer
Poolreiziger Dixie Dansercoer (1962) trok in 1997-98 de Zuidpool over.
‘Interplanetaire botsingen kunnen zomaar het einde betekenen, er is geen garantie dat de mens voortleeft. Maar ik denk wel dat we de klimaatcrisis aankunnen. De mens is vanwege zijn intellectuele vermogen in staat zichzelf te vernieuwen. We hebben de sleutel in eigen hand, er is nog niets definitief verloren. Maar hoe de mens er over tienduizend jaar voorstaat? Ik weet het echt niet, maar ik zou er heel graag bij zijn.’ (pagina 135)
‘Vanuit de ruimte is de wereld heel nietig en kwetsbaar’ André Kuipers
Medicus André Kuipers (1958) is astronaut bij de ESA. In april 2004 maakte hij zijn eerste ruimtemissie.
‘Op de geologische tijdschaal is dat een korte periode. Als de mensheid niet wordt getroffen door een fataal virus of de aarde door een botsend hemellichaam, zullen we ook de opwarming wel overleven. Het zal natuurlijk grote effecten hebben op onze levenswijze, maar de consequenties zijn nog moeilijk voor te stellen. We zitten dan misschien wel midden in de volgende ijstijd. Wat mij meer verontrust, is de uitputting van onze natuurlijke hulpbronnen. We leven vaak gedreven door onscrupuleus winstbejag, absoluut niet in evenwicht met de planeet.’ (pagina 156)
‘We moeten de natuur voortdurend verdedigen’ Frans de Waal
Hoogleraar psychologie Frans de Waal (1948) bestudeert het gedrag van primaten en geldt als één van de wereldexperten.
‘Er zijn zeker nog mensen, mogelijk te veel, zoals nu. Of ze nog zo‘n goed leven zullen hebben, is de vraag, want tenzij we de vervuiling en verwarming van de aarde grondig hebben aangepakt, wordt overleven waarschijnlijk steeds moeilijker.’ (pagina 157)
‘Kennis, kennis, kennis is wat we nodig hebben’ Robbert Dijkgraaf
Wiskundig-natuurkundige Robbert Dijkgraaf (1960) is president van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen.
‘Ik zie twee scenario’s. Een rampenscenario waarbij het maar de vraag is of de mens er rond die tijd nog is. En een scenario waarbij het inzicht doorbreekt dat we op deze manier niet met de aarde kunnen omgaan en dat we bijvoorbeeld onze economie op een andere leest moeten schoeien. De problemen waarmee we worden geconfronteerd – klimaat, milieu, water, biodiversiteit – stoppen niet bij de landsgrenzen, en zijn sluipend. Maar ik ben een optimist en ik denk dat dit inzicht zich zal ontwikkelen. Wij krijgen een steeds beter beeld van wat er met de wereld aan de hand is. Het zal nog een enorm gevecht worden om de mensen van de noodzaak van die veranderingen te overtuigen, maar ik heb groot vertrouwen in de wetenschap. Kennis, kennis, kennis is wat we nodig hebben.’ (pagina 180)
‘We moeten investeren in de jeugd’ Frank De Winne
Frank De Winne was de tweede Belgische astronaut na Dirk Frimout. Hij was de eerste Europese gezagvoerder van het ISS.
‘In die tijd zullen de mensen op ons terugkijken als een stelletje barbaren die niet goed zijn omgegaan met hun natuur, als mensen die dachten dat de rijkdom van de aarde alleen voor hen was bedoeld. Maar ik denk wel dat we de problemen die de aarde bedreigen – op het gebied van water, energie, klimaat – het hoofd kunnen bieden. Ik heb een rotsvast vertrouwen in de ontwikkeling van de technologie. Mensen komen langzaam tot het bewustzijn dat het zo niet verder kan, dat we flink moeten investeren in hernieuwbare energie. Dit bewustzijn moet worden vertaald in het opleggen van regels. Kinderarbeid is uiteindelijk ook verdwenen door wetgeving. We hebben leiders nodig die de wet willen stellen.’ (pagina 181)
‘De aarde kan prima zonder ons’ Johan van de Gronden
Filosoof Johan van de Gronden (1963) is directeur van het Wereld Natuur Fonds.
‘In het oeroude open landschap van de Luangwavallei is het niet moeilijk om je de mens voor te stellen als jager en verzamelaar in zijn oorspronkelijke leefgebied. Inmiddels zijn wij bijna allemaal stedelingen en dringt het maar heel langzaam tot ons door dat we ons leven zullen moeten afstemmen op de beschikbare hulpbronnen van één kwetsbare planeet. Onze verre nazaten zullen niet veel van onze dilemma’s begrijpen. Als zij zich hebben aangepast, zal onze roofbouw nauwelijks nog te bevatten zijn. Past homo sapiens zich daarentegen niet aan, dan zal hij ook niet meer over ons oordelen, simpelweg omdat hij dan als soort allang het loodje heeft gelegd. De aarde is het probleem niet. Zij kan prima zonder de mens: dat met een klein beetje rede begaafde wezen wiens overlevingshorizon is ingesteld op één enkele generatie.’ (pagina 202)
‘De mens is even onuitroeibaar als mieren’ Vincent Icke
Kosmoloog en kunstenaar Vincent Icke (1946) schreef jarenlang populair-wetenschappelijke boeken en bijdragen voor het ‘NRC Handelsblad’.
‘De astrofysische toekomst, die zich veel verder uitstrekt dan tienduizend jaar, is redelijk te voorspellen. Over vijftigduizend tot honderdvijftig duizend jaar zal er vermoedelijk een nieuwe ijstijd aanbreken. De gletsjers zullen heel Scandinavië in onze richting schuiven. Maar als biologische soort zijn we net zo onuitroeibaar als mieren: klimaatverandering zal ons niet fataal worden. Onze hersenen en onze oog-handcoördinatie zijn biologisch zo effectief dat wij het altijd redden. Wel zal over vijf miljard jaar de zon ontploffen en ons hele zonnestelsel aan gort blazen. Voor het zover is, zullen we naar een andere planeet in ons melkwegstelsel uitwijken door ons DNA daarheen te brengen.’ (pagina 203)
(Bron: Alle citaten werden overgenomen uit ‘National Geographic’, Nederlandse editie, oktober 2010)
Meer info:
Frank Beckers
Maak jouw eigen website met JouwWeb