Het IJsbroerke

 

Een lijk in de sneeuw

 

19 september 1991, de Alpen. Een Duits koppel op wandel in de bergen doet een lugubere ontdekking. In het ijs ligt er een lijk. De Oostenrijkse gendarmerie en de Italiaanse carabinieri worden verwittigd. Eerst denkt men aan een onfortuinlijke alpinist die verongelukt is. Een politieman vindt echter een vreemde bijl. Is er een moord gepleegd? De politie opent een gerechtelijk onderzoek. Uiteindelijk herkent een omstaander de bijl als een eeuwenoud artefact. Er wordt een specialist Oude Geschiedenis van de universiteit van Innsbruck bijgehaald die het lijk minstens vierduizend jaar oud schat op basis van de kenmerken van het gevonden wapen.

 

Moord in 3300 voor Christus

 

3300 voor Christus. We draaien de klok ruim vijftig eeuwen terug. Stonehenge is nog niet opgericht. De piramide van Cheops moet nog gebouwd worden. Een vijfenveertigjarige man trekt door de bergen op de grens van wat vele eeuwen later Oostenrijk en Italië zal heten. De prehistorische man uit de Kopertijd is gekwetst. Een pijl doorboorde zijn schouder. Het slachtoffer kon de pijl verwijderen, maar de pijlpunt bleef steken. De inwendige bloedingen zullen hem fataal worden. Hij sterft in een rotsgeul. Zocht hij nog even bescherming? De jaren verstrijken. Het gletsjerijs schuift over hem heen.

 

De man uit het ijs

 

Keren we terug naar de jaren negentig van de vorige eeuw. Dankzij het ijs werd het lichaam van de man op natuurlijke wijze gemummificeerd. Dit betekende een spectaculaire vondst voor de wetenschap. Nooit eerder kon een lichaam uit die tijd dat zo intact was, onderzocht worden. De C-14 methode dateert de man op 3350 tot 3100 voor Christus.

 

Wetenschappers konden de kleur van zijn ogen vaststellen en nagaan welke etensresten in zijn darmen achterbleven en aan welke ouderdomkwaaltjes hij leed. Na gehakketak tussen Oostenrijk en Italië werd in Bolzano een museum gebouwd met een speciale ijskamer waar hij nu ligt. Het lichaam wordt bij min zes graden geconserveerd en de relatieve luchtvochtigheid bedraagt er achtennegentig procent. Het publiek kan via een venster een blik op hem werpen.

 

Officieel heet hij Der Mann aus den Eis, L’Uomo venuto dal ghiaccio of De Man uit het IJs. Een journalist gaf hem zijn koosnaampje Ötzi naar de vallei, het Öztdal, waar hij werd gevonden. Dergelijke bijnamen verhogen het journalistieke succesgehalte van het verhaal. Zo werd de eerste australopithecus die in 1976 in Ethiopië werd opgegraven Lucy genoemd naar het liedje Lucy In The Sky With Diamonds van de Beatles dat tijdens de vondst op de radio weerklonk. In 1995 werd er in Peru een mummie van een Incameisje gevonden. Het meisje werd vermoedelijk vijfhonderd jaar geleden geofferd. Haar lichaam rustte een half millennium in het ijs van de vulkaan Ampato op meer dan zesduizend meter boven het zeeniveau. Al snel werd ze liefkozend in Juanita herdoopt.

 

Een moderne man

 

Ötzi mat ongeveer een meter zestig, was zesenveertig jaar en woog vijftig kilo. Hij had schoenmaat achtendertig. Dit zijn normale gemiddelden voor zijn tijd. Wel moet hij behoorlijk oud geweest zijn in de ogen van zijn medemensen. Op die leeftijd was een voorhistorische mens grootouder als hij die leeftijd al bereikte. Na zijn eeuwenlange verblijf onder het ijs, is hij nu gekrompen tot een meter vierenvijftig en weegt nog slechts dertien kilogram.

 

Zijn gezicht werd door het ijs vervormd. Daarom werd zijn gelaat gereconstrueerd. Ötzi heeft blauwe ogen en donkerbruin haar. Vermoedelijk droeg hij een baard. Enkele jaren geleden liet het magazine deze reconstructie uitvoeren. Op de tentoonstelling liggen er enkele foto’s over.

 

Mocht hij vandaag tot leven worden gewekt en moderne kleren dragen, zouden we geen verschil zien met de andere omstanders. Hij behoort immers zoals wij allen tot de homo sapiens sapiens.

 

 

Wie was Ötzi?

 

Waarschijnlijk zullen we nooit met zekerheid weten wie Ötzi was. Misschien was hij een herder of handelaar. Anderen opperen dan weer dat hij een stamhoofd of een sjamaan was. Dat klinkt in elk geval mysterieuzer.

 

Waarom liep hij hoog in de bergen rond? Waarom werd hij door een pijl getroffen? Was het een moord, was hij op de vlucht en waarvoor?

 

Wel geeft hij ons inzicht in de leefomstandigheden van de prehistorische mens. Aan de hand van de gevonden materialen, het onderzoek van zijn tanden, enzovoort kan zelfs opgemaakt worden waar hij heeft gewoond.

 

Ötzi op reis

 

Eerst belandde de ijsman in Innsbruck. Maar na getouwtrek rond de exacte vindplaats – lag hij aan de Oostenrijkse of Italiaanse kant van de grens – verhuisde hij naar Italië. Tegenwoordig heeft Ötzi zijn laatste rustplaats gevonden in het archeologische museum van Zuid-Tirol in Bozen/Bolzano in Italië.

 

Het museum bouwde in 2003 een reizende tentoonstelling over Ötzi. Omdat het lichaam in een koelkamer onder gecontroleerde omstandigheden moet bewaard blijven, mag het lichaam het museum niet meer verlaten. Daarom wordt er uitsluitend met replica’s gewerkt. Maar deze zijn zeer verzorgd. De tentoonstelling opent met een tijdlijn, die in het Engels en het Duits is. (Maar dat stelt in de Euregio geen probleem. Ik bezocht de tentoonstelling in Maaseik.)

 

De verschillende gebruiksvoorwerpen, zijn wapenuitrusting, zijn kledij en zijn fysiek, worden uitgebreid besproken. Je leert wat er op zijn menu stond, welke wapens hij bezat, aan welke ziektes hij leed en welke geneesmiddelen hij gebruikte. Ten slotte beland je in een ruimte waar een uitstekende replica van Ötzi ligt en er een wassen beeld staat. De kopie komt nauwkeurig overeen met wat je je herinnert van tv-documentaires of foto’s uit tijdschriften en het internet.

 

De tentoonstelling is in ons land ondergebracht in de Minderbroederskerk in Maaseik, waar ook het Van Eyckmuseum gehuisvest is. Eerder was de tentoonstelling in Rome, Wenen, Hannover, Assen, Boedapest en enkele steden in Japan te zien. Later verhuist de expositie naar Frankfurt, Firenze en Vaduz in Liechtenstein.

 

De Vloek van Ötzi

 

Sinds Toetanchamon weten we dat archeologische vondsten maar vergiftigde geschenken zijn. De populaire media publiceren likkebaardend een overlijdensbericht telkens iemand sterft die ooit bij het onderzoek van Ötzi betrokken was. De teller verdachte overlijdens staat - na vijftien jaar - ondertussen al op zeven.

 

Zo is er de Duitse alpinist Helmut Simon, die Ötzi indertijd vond. Ironische genoeg verdween de man tijdens een bergwandeling de dag nadat de Italiaanse overheid hem een vindersloon toekende. Herr Simon verongelukte nota bene niet ver van de plaats waar Ötzi lag. Enkele dagen na zijn verdwijning werd het bevroren en ondergesneeuwde lichaam van de Duitser teruggevonden.

 

Archeoloog Konrad Spindler die als eerste wetenschapper Ötzi bestudeerde, overleed aan de gevolgen van een slepende ziekte.

 

Rainer Henn die het forensisch onderzoek leidde, was het slachtoffer van een verkeersongeval.

 

Berggids Kurt Fritz die Rainer Henn gidste, stierf in een sneeuwlawine.

 

Journalist Rainer Hölzl filmde het uitgraven van Ötzi. Een hersentumor werd hem fataal.

 

Professor Friedrich Tiefenbrunner die de stoffelijke resten van Ötzi tegen schimmels en bacteriën behandelde, is nummer zes op de dodenlijst.

 

Het voorlopig laatste slachtoffer is Tom Loy. Loy had het DNA van Ötzi ontleed en formuleerde zijn eigen hypothese over Ötzi’s dood. Hij was bezig een boek te schrijven over de ijsmummie en overleed vorig jaar

 

Sinds 1991 zijn al honderden, zoniet duizenden mensen beroepshalve met Ötzi in contact gekomen. En dan zijn er jaarlijks de driehonderdduizend bezoekers van het archeologisch museum in Bolzano. De dodenlijst zal de volgende jaren vast en zeker nog aangroeien…

 

De gids in het museum van Maaseik stelt iedereen die toch geloof zou hechten aan deze stadslegende, gerust: “Hier loop je geen enkel risico, want wij tonen alleen maar een kopie.”

 

Praktisch

 

ÖTZI, DE GLETSJERMUMMIE

16 november 2005 – 25 maart 2006

Minderbroederskerk

Boomgaardstraat

3680 Maaseik

 

ÖTZI, THE ICEMAN

Angelika Fleckinger

Uitgeverij: Folio

Paperback / 2005 / 120 Blz. / 10,50 euro

ISBN: 3-85256-244-9

 

Meer info:

www.museamaaseik.be

www.iceman.it

 

Frank Beckers