Kunst als medium
Het Rode Boek
Het centrale paviljoen van de Biënnale van Venetië in de Giardini opent met het 'Rode Boek' van Carl Gustav Jung. Ik kende C.G. Jung (1875 – 1961) als de psycholoog, de psychiater, de leerling van Sigmund Freud, die later met zijn leermeester breekt. Hij is de bedenker van de archetypen en formuleerde de hypothese van het collectief onbewuste. Daarnaast typeerde hij persoonlijkheid aan de hand van introversie en extraversie. Maar zijn 'Rode Boek' was mij onbekend. Na mijn bezoek aan de Biënnale roept 'Het Rode Boek(je)' bij mij niet langer de associatie met voorzitter Mao, maar met C.G. Jung op. (Het volumineuze boek van Jung kan onmogelijk als “boekje” bestempeld worden. Het manuscript telt meer dan tweehonderd pagina's en is in rood leer ingebonden.) Jung had religieuze ervaringen, dromen en hallucinaties. Hij schreef die neer en illustreerde ze uitgebreid met mandala's. Ik wist niet dat hij zoveel tekentalent bezat. Jaren werkte hij aan dit boek. In zijn testament stipuleerde hij dat dit nooit mocht gepubliceerd worden. Pas begin deze eeuw oordeelden zijn erfgenamen dat ze het manuscript toch moesten bekendmaken. Toen verscheen het 'Rode Boek' voor het eerst in druk onder de titel 'Liber Novus'. Dit was de naam die Jung eraan gaf. De Latijnse titel betekent “het nieuwe boek”. De publicatie betekende een hele openbaring.
Op de Biënnale van Venetië wordt het originele manuscript tentoongesteld. Dit verraste me. Het was mijn eerste bezoek aan de Biënnale en ik verwachtte immers actuele kunst te zien. Het merendeel van de kunstwerken is natuurlijk wel actuele kunst, maar er lagen ook wel heel erg oude artefacten. In het Britse paviljoen lag er zomaar een hele verzameling prehistorische vuistbijlen. En hier lag dus een boek uit de eerste helft van de vorige eeuw. De verschillende pagina's hangen achter glas als ware het kleine kunstwerken. Zowat elke pagina is geïllustreerd met fantastische tekeningen. Het meest lijken ze op mandala's – of wat ik me daar van voorstel -, maar op andere tekeningen komen figuren voor.
Jung, Steiner en Crowley
Het werk van de Zwitserse psycholoog wordt met tekeningen van Rudolf Steiner en Aleister Crowley geconfronteerd. Rudolf Steiner (1861 – 1925) richtte de antroposofie op. De filosoof-esotericus beschrijft antroposofie als “een weg naar inzicht die het geestelijke in de mens met het geestelijke in de kosmos wil verbinden”. Hij is tevens de pedagoog die de eerste Steinerscholen oprichtte. Van zijn hand zijn er blackboard notities te zien. Ook hij probeerde de hele kosmos samen te vatten.
Vervolgens belandt de bezoeker bij Aleister Crowley (1875 – 1947). Alweer iemand die de titel van “de laatste magiër” verdient. Van hem zijn er onder meer tarotkaarten te zien. De Engelse occultist wijdde vijf jaar van zijn leven aan een revisie van het traditionele Tarot. Daarvoor werkte hij samen met Frieda Harris. Zijn kunst heeft een heel donker aspect. Een duistere kant van de mens komt erin naar boven. Zijn wereld wordt door demonen bevolkt.
Religieuze kunst
Een heel stuk rustiger wordt het met de tekeningen van de Shaker gemeenschap. De Shakers zijn een utopische gerichte religieuze groep in de VS. Met hun spirituele tekeningen willen ze een goddelijke boodschap brengen. Ook van de Solomon Eilanden is er op de Biënnale religieus geïnspireerde kunst: de plaatselijke sjamanen beelden hun godenwereld uit.
Dit jaar is het de allereerste keer dat het Vaticaan deelneemt aan de Biënnale. De Heilige Stoel nodigde drie kunstenaars uit om de eerste elf hoofdstukken van het eerste Bijbelboek Genesis te illustreren. Dit resulteerde in drie zalen gewijd aan de 'Schepping', 'Ont-schepping' en de 'Her-schepping'.
De achtentachtig landen, die aan de biënnale deelnemen, hebben elk een eigen paviljoen. De Vlaamse kunstenares Berlinde De Bruyckere uit Gent in het Belgisch paviljoen verwijst met 'Kreupelhout' – onder meer - naar Sint-Sebastiaan. De Romeinse soldaat is één van de pestheiligen en blijkt patroonheilige van de dogestad te zijn.
Outsiderkunst
Ik keer terug naar park Giardini. Na de zalen met het 'Rode Boek' van C.G. Jung, de schoolborddiagramman van Rudolf Steiner en tekeningen van Aleister Crowley, betreed je een zaal met illustraties uit de psychiatrie. De installatie van Eva Kotatkova beschrijft allerlei wanen en patiënten die hun verstand kwijt zijn. Nog meer geestelijke verwarring, angst en wanhoop. Rosella Biscotti zoekt dan weer kunst in gevangenissen. Het Britse paviljoen toont ook werk van gevangenen. De kunstenaars zijn Britse militairen die in Irak of Afghanistan dienden. Het zijn stuk voor stuk rauwe scènes.
In een andere zaal van de Guardini hangt outsiderkunst. Sommige patiënten produceren geobsedeerd kunst. (In Gent toont het Dr. Guislain museum regelmatig outsiderkunst. Het museum is gewijd aan de geschiedenis van de psychiatrie en bezit trouwens een uitgebreide collectie outsiderkunst) Ze krabbelen, tekenen, schrijven dwangmatig urenlang met potlood of bic pagina na pagina vol, tientallen en tientallen pagina's als werken ze aan de lopende band. Hele fantasieën en theorieën verschijnen zo op papier.
55ste BIENNALE VAN VENETIE
1 juni – 24 november 2013
Meerdere locaties, Venetië
Meer info:
Frank Beckers
Maak jouw eigen website met JouwWeb