

Robots Anno 2017
Robots in het wetenschapsmuseum
In het Science Museum in Londen loopt een uitstekende tentoonstelling over robots. Vijfhonderd jaar robotica passeren de revue. De klemtoon ligt op mens-machines zoals Maria in de legendarische SF-klassieker ‘Metropolis’ van Fritz Lang uit 1927 een “Mashinenmensch” heet en laat bewust robotwagens, die op andere hemellichamen autonoom hun weg zoeken en industriële robotten, die nu al in bijvoorbeeld de productie van auto’s ingezet worden, achterwege. De bezoeker krijgt enkel humanoïde robots, robots die dus op mensen trekken, te zien. De ondertitel van de robottentoonstelling luidt dan ook ‘The 500-Year Quest To Make Machines Human’.
Positief verhaal
Het Science Museum gelooft rotsvast in het vooruitgangsideaal en kijkt in al zijn galerijen hoopvol naar de toekomst. Die positieve blik vinden we terug in de tijdelijke tentoonstellingen. Het centrale thema van ‘Robots’ gaat niet over machines die de macht overnemen, hoewel Hal 9000 uit ‘2001: A Space Odyssey’ en T-800 uit ‘The Terminator’ ook wel vermeld worden, maar over de gestage verbetering van robots, die steeds meer op ons lijken en uiteindelijk ons zullen aanvullen maar niet vervangen. Het museum ziet immers een symbiose tussen mens en machine ontstaan, waarbij machines het gevaarlijke, het vuile en het saaie werk voor ons opknappen.
Daarnaast toont het huidige Japan dat er nood bestaat aan sociale robots. In de toekomst zullen zorgrobots voor ouderen zorgen, op kinderen passen. Andere robots zullen ons dan weer entertainen. De Japanse maatschappij staat veel opener tegenover robots, dan onze westerse.
500 jaar ontwikkeling
De tentoonstelling start in 1570. De intellectuelen van die tijd zagen de wereld als een grote goddelijke machine met als metafoor een klok. De vraag rees of er dan een gelijkaardig horloge in die andere goddelijke machine, de mens, steekt? Deze ideeën leidden tot de eerste robots, die toen mechanische automaten genoemd werden.
Een film toont de Mechanische Turk van de Hongaarse uitvinder Wolfgang von Kempelen. We zijn ondertussen ten tijde van de industrialisatie beland. Menselijke arbeiders waren gereduceerd tot “automaten” die op het ritme van de stoommachine moesten werken. En nu was er een automaat in de vorm van een Turk die geweldig kon schaken. Het publiek vroeg zich af: als een machine kan schaken, kan fabrieksarbeid dan ook gemechaniseerd worden? Uiteindelijk bleek de Mechanische Turk bedrog te zijn: er zat een menselijke schaker in verborgen.
Het wordt tijd voor een intermezzo met robots uit de populaire cultuur. Vanaf 1921 duikt de term robot op, nadat Karel Čapek in zijn theaterstuk ‘Rossum’s Universal Robots’ deze benaming gebruikt. Ook op de metalen borstkas van Eric, de eerste Britse robot uit 1928, prijkt de naam RUR. Het Science Museum liet Eric nabouwen. De zaal toont verder een hele reeks speelgoedrobots. Er hangen filmposters van SF-films en we zien korte fragmenten van de transformatie van Maria in ‘Metropolis’.
We zijn in 1940 beland en het serieuze werk begint. De technologie is eindelijk ver genoeg gevorderd. Geavanceerde elektronica en ingenieurswetenschappen zorgen voor de komst van elektronische robots, die steeds meer kunnen. De robot leert stappen, leert een voorwerp vast te nemen, leert kijken en de wereld rondom zich op te nemen.
Stand van zaken
De tentoonstelling eindigt met een show van “werkende” robots, die de laatste jaren gemaakt werden. De robots staan elk in een glazen kooi. Het zijn stuk voor stuk robots die geproduceerd werden en waarvan sommige gecommercialiseerd werden. Het gaat dus niet langer om experimentele toestellen die in laboratoria onderzocht worden. Dankzij de enorme vooruitgang in computerkracht, ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie, zelflerende systemen, betere batterijen en robotica verschijnen er robots die met hun omgeving kunnen interageren. Er moet nog een hele weg afgelegd worden vooraleer een robot autonoom door de straat zal wandelen, maar de huidige generatie robots zijn al verbluffend goed in heel specifieke taken.
Van Asimo tot Zeno
Beelden van Asimo zal je wel al gezien hebben. Asimo komt uit Japan en is een van de meest geavanceerde robots. Indrukwekkend realistisch oogt Kodomoroid, de robotnieuwslezer, ook uit Japan. Sommigen vinden “haar” al te realistisch. Telenoid ziet er griezelig uit. Hoe vermijden we de uncanny valley, de griezelvallei? Hoe realistisch mogen robots zijn? Alan Winfield pleit ervoor om robots pas op mensen te laten trekken, eens hun intelligentie overeenstemt met hun verschijning. Dat is nog lang niet het geval. Hij heeft met zijn team een aantal principes opgesteld die een praktisch alternatief voor de drie wetten van de robotica zoals Isaac Asimov ze formuleerde, kunnen zijn. Zo stelt hij voor dat er voor elke robot steeds een persoon aanwijsbaar is, die er verantwoordelijk voor is.
Bij elk van deze geavanceerde robots hangt een tekst met een open vraag, waarmee het publiek aan het denken wordt gezet. Bij de industriële robot Baxter, luidt de vraag of robots onze jobs zullen overnemen.
Ik noteerde nog enkele andere vragen die op de tentoonstelling gesteld worden:
Wil je dat een robot op je oma let?
Mag een robot op je baby letten?
Hebben robots bewustzijn nodig?
Moeten robots eerlijk zijn?
Vervangen humanoïde robots ooit acteurs van vlees en bloed?
Moeten robots belast worden?
Maken robots ons allen rijker?
Wat antwoord jij?
ROBOTS. THE 500-YEAR QUEST TO MAKE MACHINES HUMAN
Tot 3 september2017
Science Museum
beta.sciencemuseum.org.uk/robots/
Meer info:
www.epsrc.ac.uk/research/ourportfolio/themes/engineering/activities/principlesofrobotics/
Frank Beckers


Maak jouw eigen website met JouwWeb